20-12-2023

Voorstelling van het tweejaarlijkse Verslag 2022-2023 ‘De financiële dimensie van armoede’

Terug

Op woensdag 20 december stelde het Interfederaal Steunpunt tot bestrijding van armoede zijn 12e tweejaarlijkse Verslag 'De financiële dimensie van armoede' voor. Na een inleiding door Ides Nicaise, voorzitter van het Beheerscomité van het Steunpunt, en de voorstelling van het Verslag door Henk Van Hootegem en Mélanie Joseph, respectievelijk coördinator en medewerkster van het Steunpunt, konden de deelnemers aan het overleg ter voorbereiding van het tweejaarlijkse Verslag vragen stellen aan de aanwezige beleidsverantwoordelijken. De Vlaamse minister van Armoedebestrijding, Benjamin Dalle, maakte van de gelegenheid gebruik om het belang te benadrukken van het samenkomen van de Interministeriële Conferentie Maatschappelijke Integratie, Wonen en Grootstedenbeleid (IMC). Samenwerking is essentieel om armoede effectief te bestrijden. Verschillende thema's vereisen een interfederale aanpak: de strijd tegen dakloosheid, het gebrek aan toegang tot rechten, het meten van armoede, de digitalisering van de samenleving, energiearmoede, enzovoort.

Met de keuze voor de financiële dimensie van armoede als thema voor dit tweejaarlijkse Verslag, wilden de leden van de Begeleidingscommissie en van het team van het interfederaal Steunpunt tot bestrijding van armoede een belangrijk punt maken. Het is waar: armoede raakt de verschillende levensdomeinen en is multidimensioneel, maar altijd gaat om een gebrek aan financiële middelen. Een gebrek aan middelen dat de grondrechten van mensen in armoede hypothekeert, en hen op verschillende levensdomeinen confronteert met ongelijkheden en uitsluiting. Dit tweejaarlijkse Verslag gaat over deze financiële dimensie van armoede, zonder daarbij de multidimensionale aard van armoedesituaties te negeren.

Een menswaardig inkomen is essentieel om greep te hebben op het eigen leven, een toekomst uit te bouwen en rechten en verantwoordelijkheden uit te oefenen. Maatregelen van het type gratis schoolmaaltijden of vouchers om basisproducten aan te kopen, gaan voorbij aan het belang van dit menswaardig inkomen. Inkomensverhogende maatregelen moeten gepaard gaan met kwaliteitsvolle en toegankelijke publieke diensten in de verschillende sectoren (mobiliteit, kinderopvang, …), om ieders recht op een menswaardig bestaan te realiseren.

Elk tweejaarlijkse Verslag moeten we echter vaststellen dat uitkeringen zich onder de armoederisicogrens bevinden, een monetaire grens die via een algemeen aanvaarde, Europese methodologie aangeeft dat mensen in armoede leven. Er waren duidelijke inspanningen om de uitkeringen te verhogen, maar de doelstelling om ze op te trekken tot aan de armoedegrens werd niet gerealiseerd. Bovendien zijn deze inspanningen deels ingehaald door de gestegen levensduurte. Het VN-Comité voor economische, sociale en culturele rechten376 vraagt in zijn slotbeschouwingen bij de vijfde periodieke evaluatie van België nogmaals om de wettelijke minimumuitkeringen te verhogen boven de armoederisicodrempel.

Wat deze uitkeringen betreft, is het statuut samenwonende problematisch in verschillende woonsituaties: voor uitkeringsgerechtigde gezinnen, solidaire burgers en woningdelers. Het tweejaarlijkse Verslag 2016-2017 ‘Burgerschap en armoede’377 en het daaropvolgende thematische memorandum van het Steunpunt378 bracht dit sterk naar voren. Ook in de voorbije overlegwerkzaamheden voor dit Verslag 2022-2023 kwam de omvang en de urgentie van de problematiek naar boven: het statuut verhindert mensen een essentiële levenskeuze – samenwonen met een geliefde, kinderen, vriend(in) of familielid – te maken, en belemmert onderlinge solidariteit om het financieel minder moeilijk te hebben, en samen in te staan voor levensnoodzakelijke uitgaven zoals de huishuur en woonkosten. Ondertussen werd het statuut samenwonende afgeschaft bij de integratietegemoetkoming voor personen met een handicap, en zijn er tijdelijke, beperkte uitzonderingssituaties voorzien (Oekraïnse vluchtelingen). Maar een grote hervorming van dit statuut is dringender dan ooit.

De voorbije twee jaar werd de bevolking geconfronteerd met – in eerste instantie – een enorme stijging van de energieprijzen en vervolgens een algemene stijging van prijzen. Voor diegenen die reeds in armoede leefden met een ontoereikend inkomen, kwamen deze prijsstijgingen dubbel hard aan. Ook voor andere huishoudens – voorheen net rond of boven de armoedegrens –betekende dit een verarming. Mensen in armoede hebben geen enkele financiële buffer of marge om dergelijke prijsstijgingen op te vangen. Noch hebben ze de mogelijkheden om de gestegen levensduurte structureel op te vangen, bijvoorbeeld door energiebesparende ingrepen (zoals raam- en muurisolatie of de installatie van zonnepanelen). De ongelijkheden en mattheuseffecten die we in de vorige tweejaarlijkse Verslagen ‘Duurzaamheid en armoede’379 en ‘Solidariteit en armoede’380 beschreven, zijn tijdens crisissen des te prominenter aanwezig. Zo tonen de inflatiecijfers niet het reële verlies aan koopkracht dat mensen in armoede lijden en waren ondersteunende maatregelen van overheden niet altijd effectief: de voordelen kwamen terecht bij huishoudens die de impact van de gestegen levensduurte op hun budget minder voelden, en andere huishoudens hadden – omwille van verschillende redenen van non-take-up – geen toegang tot deze maatregelen. Dit toont het belang aan van ex ante impactanalyse bij de uitwerking van steunmaatregelen, net zoals een correcte en rechtvaardige doelgroepbepaling. Andere maatregelen – zoals de uitbreiding van de doelgroep van het sociaal tarief en de koppeling van de indexering van de huur aan de energieprestatie van de woning – werden geschrapt. Nochtans waren het effectieve maatregelen, die het verdienen om permanent gemaakt te worden.

Een te laag inkomen – en de gestegen prijzen voor essentiële producten – maken het voor mensen in armoede bijzonder moeilijk om levensnoodzakelijke uitgaven te doen, met schulden als gevolg. De belangrijkste oorzaak van overmatige schuldenlast bij mensen in armoede is dit onvoldoende inkomen. Ze staan voortdurend voor onmogelijke keuzes, zien zich gedwongen om bepaalde uitgaven niet te doen (noodzakelijke gezondheidsuitgaven bijvoorbeeld) of schulden te maken met betrekking tot fundamentele rechten (schoolfacturen, energiekosten, ziekenhuisfacturen…). Daarbovenop verminderen bijkomende kosten – versterkt door perverse praktijken en mechanismen van de schuldindustrie – de kansen en mogelijkheden voor mensen om uit situaties van overmatige schuldenlast te geraken. Een voldoende inkomen is hier dan ook de meest preventieve ingreep. Tegelijk is een verdere investering in schuldbemiddeling – onder meer in een laagdrempelige informatieverstrekking – noodzakelijk. Wat het instrument van de collectieve schuldenregeling betreft, dient meer ingezet te worden op de garantie dat de betrokken personen een menswaardig leven kunnen leiden, en hiervoor ook de middelen krijgen toegereikt...

De financiële dimensie van armoede. Een bijdrage aan politiek debat en politieke actie.

Lees meer

Volg ons


Blijf op de hoogte

Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief

Steun ons nu

Uw steun helpt mensen om een toekomst uit te bouwen en de strijd aan te binden met armoede en sociale uitsluiting. Help mensen in armoede zichzelf te helpen.

Steun ons
Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikersgemak te verbeteren.
Ik ga akkoord.  Lees meer.